DINSDAG * ALPHA, WHAT´S NEXT
Goedemiddag!
Als het gaat over "Meer van God zien", vind ik onderstaande tekst echt spectaculair. En dan staat het hier nog best een beetje suf beschreven. Elia heeft natuurlijk al eea met God meegemaakt, hij heeft hem zelfs gezien! Maar het was op, genoeg geweest en hij heeft al een opvolger gevonden. Samen met hem (Elia) gaat hij zijn dood... kan je het eigenlijk wel zo noemen? ik denk het niet, maar goed, zijn einde dan, tegemoet. Hop, Elia doet nog een wonder waarbij God de rivier scheidt en dan... Vuur, wagens, paarden van vuur, de hemel gaat een soort van open en wordt in een stormwind (zouden ze het nu een tornado noemen?) opgenomen naar de hemel. Wow, Elisa mag dit allemaal zien, hij staat erbij en hij kijkt ernaar; wat betekent dat hij een dubbel deel van Elisa z'n gaven krijgt. Mooi begin van zijn bediening zou je zeggen, want het is nog niet afgelopen. In het tweede verhaal zien we dat Elisa's knecht nogal in paniek is, ze zijn omsingeld en het ging vast niet goed komen. Maar Elisa zag meer, zijn ogen waren geopend en hij zag Gods leger, nog meer wagens en paarden van vuur. Elisa bidt dat de ogen van de knecht geopend worden en hij ziet het ook. "Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij." Vol vertrouwen omdat hij het ook zag. Ik weet niet precies wat jij hier persoonlijk mee kan, maar sommige verhalen zijn te mooi om niet te delen. Misschien gewoon dat je weet dat ook al zie je het niet dat er veel meer gebeurt, veel meer is en als jij bidt dat je ogen geopend worden dat je misschien niet meteen paarden en vuur ziet, maar wel steeds meer van God mag ontdekken!
2 KONINGEN 2 ELIA WORDT DOOR GOD WEGGENOMEN
6 In Jericho zei Elia tegen Elisa: ‘Blijf jij hier, ik moet van de Heer verder naar de Jordaan.’ Maar Elisa antwoordde: ‘Bij de levende Heer en bij uw leven: ik laat u niet in de steek.’ Zo gingen ze samen verder. 7 Vijftig leden van de profetengroep volgden hen, maar toen Elia en Elisa bij de Jordaan stilhielden, bleven zij op eerbiedige afstand staan. 8 Elia deed zijn mantel af, rolde hem op en sloeg ermee op het water. Dat vloeide naar rechts en links weg, zodat zij beiden droogvoets konden oversteken. 9 Toen zij aan de overkant stonden, zei Elia tegen Elisa: ‘Wat kan ik nog voor je doen voordat ik van je word weggenomen?’ ‘Geef mij een dubbel deel van uw geestesgaven!’ vroeg Elisa. 10‘Je vraagt wel iets heel moeilijks,’ antwoordde Elia, ‘maar als je er getuige van mag zijn dat ik van je word weggenomen, gaat je wens in vervulling; anders niet.’ 11 Al pratende liepen zij verder. Plotseling werden zij van elkaar gescheiden door een wagen van vuur, getrokken door paarden van vuur, en Elia steeg in een stormwind op naar de hemel. 12 Elisa was er getuige van en riep uit: ‘Vader, vader, u betekende voor Israël evenveel als een leger van wagens en paarden!’ Toen hij Elia niet langer met zijn ogen kon volgen, greep hij zijn kleren vast en scheurde die uit droefheid in tweeën. 13 Hij raapte de mantel op die van Elia was afgevallen en keerde terug naar de oever van de Jordaan. 14 Nu sloeg ook hij met de mantel op het water, en hij riep uit: ‘Heer, God van Elia, waar bent u?’ Toen hij met de mantel op het water had geslagen, vloeide het naar rechts en links weg, zodat hij de Jordaan kon oversteken.
2 KONINGEN 6 ELISA'S OPTREDEN IN DE OORLOG TEGEN ARAM
de Arameeërs kwamen ’s nachts bij Dotan aan en omsingelden de stad.15 Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden. ‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. 16 Zijn meester antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ 17 En hij bad: ‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden. 18 Toen de Arameeërs op Elisa afkwamen, smeekte hij de HEER hen te verblinden. De HEER verblindde hen, zoals Elisa had gevraagd, 19 en toen zei Elisa tegen hen: ‘U bent verkeerd. Dit is niet de stad waar u zijn moet. Volg mij, dan zal ik u de weg wijzen naar de man die u zoekt.’ Hij leidde hen naar Samaria, 20 en daar aangekomen bad hij: ‘HEER, open hun ogen en laat hen weer zien.’ De HEER opende hun de ogen, en toen zagen ze dat ze zich midden in Samaria bevonden. 2
Fijne dag!
Als het gaat over "Meer van God zien", vind ik onderstaande tekst echt spectaculair. En dan staat het hier nog best een beetje suf beschreven. Elia heeft natuurlijk al eea met God meegemaakt, hij heeft hem zelfs gezien! Maar het was op, genoeg geweest en hij heeft al een opvolger gevonden. Samen met hem (Elia) gaat hij zijn dood... kan je het eigenlijk wel zo noemen? ik denk het niet, maar goed, zijn einde dan, tegemoet. Hop, Elia doet nog een wonder waarbij God de rivier scheidt en dan... Vuur, wagens, paarden van vuur, de hemel gaat een soort van open en wordt in een stormwind (zouden ze het nu een tornado noemen?) opgenomen naar de hemel. Wow, Elisa mag dit allemaal zien, hij staat erbij en hij kijkt ernaar; wat betekent dat hij een dubbel deel van Elisa z'n gaven krijgt. Mooi begin van zijn bediening zou je zeggen, want het is nog niet afgelopen. In het tweede verhaal zien we dat Elisa's knecht nogal in paniek is, ze zijn omsingeld en het ging vast niet goed komen. Maar Elisa zag meer, zijn ogen waren geopend en hij zag Gods leger, nog meer wagens en paarden van vuur. Elisa bidt dat de ogen van de knecht geopend worden en hij ziet het ook. "Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij." Vol vertrouwen omdat hij het ook zag. Ik weet niet precies wat jij hier persoonlijk mee kan, maar sommige verhalen zijn te mooi om niet te delen. Misschien gewoon dat je weet dat ook al zie je het niet dat er veel meer gebeurt, veel meer is en als jij bidt dat je ogen geopend worden dat je misschien niet meteen paarden en vuur ziet, maar wel steeds meer van God mag ontdekken!
2 KONINGEN 2 ELIA WORDT DOOR GOD WEGGENOMEN
6 In Jericho zei Elia tegen Elisa: ‘Blijf jij hier, ik moet van de Heer verder naar de Jordaan.’ Maar Elisa antwoordde: ‘Bij de levende Heer en bij uw leven: ik laat u niet in de steek.’ Zo gingen ze samen verder. 7 Vijftig leden van de profetengroep volgden hen, maar toen Elia en Elisa bij de Jordaan stilhielden, bleven zij op eerbiedige afstand staan. 8 Elia deed zijn mantel af, rolde hem op en sloeg ermee op het water. Dat vloeide naar rechts en links weg, zodat zij beiden droogvoets konden oversteken. 9 Toen zij aan de overkant stonden, zei Elia tegen Elisa: ‘Wat kan ik nog voor je doen voordat ik van je word weggenomen?’ ‘Geef mij een dubbel deel van uw geestesgaven!’ vroeg Elisa. 10‘Je vraagt wel iets heel moeilijks,’ antwoordde Elia, ‘maar als je er getuige van mag zijn dat ik van je word weggenomen, gaat je wens in vervulling; anders niet.’ 11 Al pratende liepen zij verder. Plotseling werden zij van elkaar gescheiden door een wagen van vuur, getrokken door paarden van vuur, en Elia steeg in een stormwind op naar de hemel. 12 Elisa was er getuige van en riep uit: ‘Vader, vader, u betekende voor Israël evenveel als een leger van wagens en paarden!’ Toen hij Elia niet langer met zijn ogen kon volgen, greep hij zijn kleren vast en scheurde die uit droefheid in tweeën. 13 Hij raapte de mantel op die van Elia was afgevallen en keerde terug naar de oever van de Jordaan. 14 Nu sloeg ook hij met de mantel op het water, en hij riep uit: ‘Heer, God van Elia, waar bent u?’ Toen hij met de mantel op het water had geslagen, vloeide het naar rechts en links weg, zodat hij de Jordaan kon oversteken.
2 KONINGEN 6 ELISA'S OPTREDEN IN DE OORLOG TEGEN ARAM
de Arameeërs kwamen ’s nachts bij Dotan aan en omsingelden de stad.15 Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden. ‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. 16 Zijn meester antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ 17 En hij bad: ‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden. 18 Toen de Arameeërs op Elisa afkwamen, smeekte hij de HEER hen te verblinden. De HEER verblindde hen, zoals Elisa had gevraagd, 19 en toen zei Elisa tegen hen: ‘U bent verkeerd. Dit is niet de stad waar u zijn moet. Volg mij, dan zal ik u de weg wijzen naar de man die u zoekt.’ Hij leidde hen naar Samaria, 20 en daar aangekomen bad hij: ‘HEER, open hun ogen en laat hen weer zien.’ De HEER opende hun de ogen, en toen zagen ze dat ze zich midden in Samaria bevonden. 2
Fijne dag!
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996