DINSDAG * ALPHA, WHAT´S NEXT
We kijken deze week naar de relatie die God heeft met verschillende bijbelpersonen. Wat een bijzonder gesprek heeft Mozes hier met God. Hij staat voor een grote taak en vraagt zich af of het wel goed gaat komen. God komt hier steeds dichter bij, Hij gaat niet alleen mee met het volk, Hij laat zichzelf ook zien aan Mozes, letterlijk. Hoewel dat letterlijke er voor ons niet echt inzit hier en nu, mag je wel vragen of God zichzelf aan je wil laten zien. Als jij dan God ook actief zoekt, wil Hij steeds meer van zichzelf laten zien.
EXODUS 33:12-21 GNB
12 Mozes zei tegen de Heer: ‘U hebt me wel opgedragen dit volk te leiden, maar me niet laten weten wie u met mij mee zult sturen. U hebt gezegd dat u weet wie ik ben, en dat u vertrouwen in mij hebt. 13 Als dat zo is, laat me dan weten wat uw plannen zijn. Dan leer ik u ook kennen en weet ik dat ik nog steeds uw vertrouwen geniet. Bedenk dat dit volk uw eigen volk is.’ 14 Toen zei de Heer: ‘Moet ik zelf meegaan om je gerust te stellen?’ 15 Mozes antwoordde: ‘Als u niet zelf meegaat, kunnen we beter hier blijven. 16 Hoe zal men anders weten dat u nog vertrouwen hebt in mij en in uw volk? Als u met ons meegaat, wordt het duidelijk dat u onderscheid maakt tussen ons en alle andere volken op aarde.’ 17 De Heer zei tegen Mozes: ‘Ook dit keer zal ik doen wat je vraagt. Ik heb vertrouwen in je, ik weet wie je bent.’ 18 Toen zei Mozes: ‘Verschijn toch aan mij in al uw majesteit.’ 19 De Heer antwoordde: ‘Ik zal in al mijn luister langs je heen gaan en je bekendmaken wie ik ben: ik ben de Heer, ik zal medelijden hebben met wie ik wil en ik zal mild zijn voor wie ik wil. 20 Mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven. 21 Hier, naast mij, is een plek waar je op een rots kunt staan. |
EXODUS 33:12-21 HSV
Mozes vraagt de heerlijkheid van de HEERE te zien 12 Toen zei Mozes tegen de HEERE: Zie, U zegt tegen mij: Laat dit volk verder trekken. U echter, U hebt mij niet laten weten wie U met mij mee zendt, terwijl U Zelf gezegd hebt: Ik ken u bij uw naam, en ook: U hebt genade gevonden in Mijn ogen. 13 Nu dan, als ik dan genade heb gevonden in Uw ogen, maak mij toch Uw weg bekend. Dan zal ik U kennen, opdat ik genade zal vinden in Uw ogen. En zie aan dat deze natie Uw volk is. 14 En Hij zei: Moet Mijn aangezicht meegaan om u gerust te stellen? 15 Toen zei hij tegen Hem: Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan van hier niet verder trekken. 16 Want hoe moet het anders bekend worden dat ik genade gevonden heb in Uw ogen, ik en Uw volk? Is het niet daardoor dat U met ons meegaat? Daardoor zullen wij, ik en Uw volk, afgezonderd zijn van alle volken die er op de aardbodem zijn. 17 Toen zei de HEERE tegen Mozes: Ook dit woord dat u spreekt, zal Ik doen, want u hebt genade gevonden in Mijn ogen en Ik ken u bij uw naam. 18 Toen zei Mozes: Toon mij toch Uw heerlijkheid! 19 Maar Hij zei: Ík zal al Mijn goedheid bij u voorbij laten komen, en in uw aanwezigheid zal Ik de Naam van de HEERE uitroepen, maar Ik zal genadig zijn voor wie Ik genadig zal zijn, en Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontfermen zal. 20 Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven. 21 Ook zei de HEERE: Zie, hier is een plaats bij Mij, waar u op de rots moet gaan staan. |
lezen in een andere vertaling? Klik hier en kies je vertaling
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.