vrijdag * geloofsgetuigen
Dat is niet zomaar iets wat God
van Noach vraagt. Wat zou Noach gedacht hebben?
Maar belangrijk is: Noach deed wat God van hem vroeg ook al klonk het
misschien nog zo bizar. Doen wij ook wat God van ons vraagt? God vraagt ons
waarschijnlijk geen boot te bouwen maar zouden wij net zo gehoorzaam zijn als Noach was? Zijn wij bereid dat te doen wat God van ons vraagt?
GENESIS 6:14-22 + HEBREEËN 11:7 GNB
7 Door zijn geloof begreep Noach Gods waarschuwing voor gebeurtenissen die nog niet te voorzien waren. Gehoorzaam bouwde hij een ark waarin hij en zijn gezin werden gered. Hierdoor heeft hij de wereld veroordeeld en zelf gerechtigheid verkregen die voortkomt uit het geloof. 14 Maak daarom een boot van cipressenhout met verschillende vakken erin. Van binnen en van buiten moet je hem dichtsmeren met teer. 15 Maak hem honderdvijftig meter lang, vijfentwintig meter breed en vijftien meter hoog. 16 Plaats er een dak op dat een halve meter naar buiten uitsteekt. Breng aan de zijkant van de boot een deur aan. De boot moet uit drie verdiepingen bestaan. 17 Ik ga alles wat leeft vernietigen door een grote vloed. Alles wat zich op aarde bevindt, zal omkomen. 18 Maar met jou zal ik mijn verbond sluiten. Jij zult aan boord gaan, met je zonen, je vrouw en je schoondochters. 19-20 Van alle dieren moet je één paar aan boord brengen, een mannetje en een wijfje. Zij zullen samen met jou gered worden. Eén paar van alle vogels, van alle dieren op het land, groot en klein, zal bij je komen. 21 Sla een grote hoeveelheid voedsel op, voldoende voor jou en je familie en voor de dieren.’ 22 Noach deed alles wat God hem had opgedragen. |
GENESIS 6:14-22 + HEBREEËN 11:7 HSV
7 Door het geloof heeft Noach, toen hij een aanwijzing van God ontvangen had van de dingen die nog niet te zien waren, uit ontzag voor God de ark gebouwd, tot redding van zijn gezin. Daardoor heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden van de rechtvaardigheid die overeenkomstig het geloof is. 14 Maak voor uzelf een ark van goferhout. In vakken ingedeeld moet u deze ark maken en hem van binnen en van buiten met pek bestrijken. 15 Zo moet u hem maken: driehonderd el moet de lengte van de ark zijn, vijftig el zijn breedte en dertig el zijn hoogte. 16 U moet een lichtopening in de ark maken, en de arkafwerken tot op een el van boven; en de deur van de ark moet u aan de zijkant plaatsen. U moet er een onderste, een tweede en een derde verdieping in maken. 17 En Ik, zie, Ik ga een watervloed over de aarde brengen om alle vlees waarin een levensgeest is, van onder de hemel te gronde te richten; alles wat op de aarde is, zal de geest geven. 18 Maar met u zal Ik Mijn verbond maken; en u moet in de ark gaan, u, uw zonen, uw vrouw en de vrouwen van uw zonen met u. 19 En u moet van al wat leeft, van alle vlees, twee van elk in de ark laten komen om ze met u in leven te houden: een mannetje en een vrouwtje moeten het zijn. 20 Van de vogels naar hun soort, van het vee naar zijn soort, en van de kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort, zullen er twee naar u toe komen, om ze in leven te houden. 21 En u, neem voor uzelf van al het voedsel dat gegeten wordt, en verzamel dat bij u, zodat het voor u en voor hen tot voedsel zal zijn. 22 En Noach deed het; overeenkomstig alles wat God hem geboden had, zo deed hij. |
lezen in een andere vertaling? Klik hier en kies je vertaling
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.