vrijdag * geloofsgetuigen
Vandaag kijken we naar Samuel, hij werd voor zijn geboorte al door zijn moeder opgedragen aan God. Om een aan Hem toegewijd leven te leiden. Hoewel zijn moeder dit als opwelling had kunnen zeggen, houdt ze zich aan haar belofte en brengt Hem op zijn twaalfde naar de tempel. Het feit dat zijn moeder hem daar brengt en een godsdienstig leven voorleeft is niet genoeg. Samuel moet zelf kiezen voor God. Wie kent het liedje niet "Samuel hoort ´s nachts een stem" en dat is wel heel makkelijk, wie zou er niet antwoorden als hij gewoon de stem van God zou horen, maar ook jij, misschien wel voorgeleefd en door je ouders gestimuleerd om in Hem te geloven, moet zelf kiezen, moet zelf dat leven gaan leiden waarschijnlijk zonder dat die stem jou zo roept. Samuel krijgt meteen een heftige boodschap over Eli van God, jouw leven zal ook niet alleen voorspoedig verlopen, blijf je toch voor Hem kiezen, naar Hem luisteren?
GENESIS 4:4 + HEBREEËN 11: 32/38-40 GNB
31 De jonge Samuël hielp bij de eredienst onder toezicht van Eli. In die tijd werd het woord van de Heer zelden gehoord en kwamen visioenen nauwelijks voor. 2 Eens lag Eli in zijn kamer te rusten. Zijn ogen waren zo slecht geworden dat hij niets meer kon zien. 3 Samuël lag in het heiligdom van de Heer, waar de verbondskist van God stond. Tegen de morgen, toen de lamp die voor God brandde nog niet was gedoofd, 4 riep de Heer Samuël. ‘Ja,’ antwoordde hij en 5 snel liep hij naar Eli. ‘Ja, hier ben ik. U hebt mij tochgeroepen?’ ‘Nee, ik heb je niet geroepen,’ antwoordde Eli. ‘Ga maar weer liggen.’ En Samuël ging weer liggen. 6 De Heer riep Samuël opnieuw, en Samuël stond op en ging naar Eli. ‘Ja, hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’ ‘Nee, ik heb je nietgeroepen, mijn jongen. Ga maar weer liggen.’ 7 Nu had Samuël de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had zich nooit eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten.8 Weer riep de Heer Samuël, nu voor de derde keer. Hij stond op en ging naar Eli. ‘Ja, hier ben ik. U hebt mij toch geroepen?’ Nu drong het tot Eli door dat het de Heer was die de jongen riep. 9 Daarom zei hij: ‘Ga maar weer liggen, en als je geroepen wordt, zeg dan: Spreek, Heer, uw dienaar luistert.’ Samuël ging weer op zijn plaats liggen. 10 Toen ging de Heer daar staan en riep evenals de vorige keren: ‘Samuël, Samuël!’ En Samuël antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’ 32 Moet ik nog doorgaan? De tijd ontbreekt me om te vertellen over Gideon, Barak,Simson, Jefta, David, Samuël en de profeten. 38 Ze waren te goed voor deze wereld! Ze dwaalden rond in woestijnen en in bergen, en leefden in spelonken en holen. 39 Zonder uitzondering hebben deze mensen hun bekendheid aan hun geloof te danken. Toch heeft geen van hen gekregen wat God had beloofd. 40 Hij had met ons iets beters voor en wilde niet dat zij zonder ons de volmaaktheid zouden bereiken. |
GENESIS 4:4 + HEBREEËN 11: 32/38-40 HSV
31 En de jonge Samuel diende de HEERE onder toezicht van Eli. Het woord van de HEERE was schaars in die dagen; er was geen visioen dat in de openbaarheid kwam. 2 Het gebeurde op zekere dag, toen Eli op zijn slaapplaats lag – zijn ogen begonnen zwak te worden, zodat hij niet meer kon zien – 3 en toen ook Samuel zich te slapen gelegd had, voordat de lamp van God gedoofd werd in de tempel van de HEERE, waar de ark van God was, 4 dat de HEERE Samuel riep. En hij zei: Zie, hier ben ik. 5 Hij snelde naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Maar die zei: Ik heb niet geroepen, ga terug en ga weer liggen. En hij ging weg en ging weer liggen. 6 Toen riep de HEERE Samuel opnieuw; Samuel stond op, ging naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Hij zei echter: Ik heb niet geroepen, mijn zoon; ga terug en ga weer liggen. 7 Nu kende Samuel de HEERE nog niet; het woord van de HEERE was nog niet aan hem geopenbaard. 8 Toen riep de HEERE Samuel opnieuw, voor de derde keer, en hij stond op, ging naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Toen begreep Eli dat de HEERE de jongen riep. 9 Daarom zei Eli tegen Samuel: Ga weer terug en ga liggen. Wanneer het gebeurt dat Hij je roept, moet je zeggen: Spreek, HEERE, want Uw dienaar luistert. Toen ging Samuel weer terug en ging op zijn slaapplaats liggen. 10 Toen kwam de HEERE en bleef daar staan; en Hij riep zoals de andere keren: Samuel, Samuel! En Samuel zei: Spreek, want Uw dienaar luistert. 32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. 38 De wereld was hen niet waard. Zij dwaalden rond in afgelegen plaatsen en verbleven op bergen, in grotten en in holen in de aarde. 39 En deze allen hebben, hoewel zij door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben, de vervulling van de belofte niet verkregen, 40 daar God met het oog op ons iets beters voorzien had, opdat zij zonder ons niet tot de volmaaktheid zouden komen. |
- de bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.