DINSDAG * STILLE WEEK * VOORBEREIDING PASEN
LUCAS 22
Het besluit om Jezus gevangen te nemen
21 De feesttijd naderde waarin de Joden ongegist brood eten en die Pasen wordt genoemd. 2 De opperpriesters en de schriftgeleerden zochten nog steeds naar een mogelijkheid om Jezus te doden; want ze waren bang voor het volk. 3 Toen nam Satan bezit van Judas, die ook Iskariot wordt genoemd, en die behoorde tot de groep van twaalf. 4 Hij ging naar de opperpriesters en de tempelwacht en besprak met hen hoe hij Jezus aan hen wilde uitleveren. 5 Zij waren er verheugd over en kwamen overeen hem ervoor te betalen. 6Hij stemde daarmee in en begon uit te zien naar een gunstige gelegenheid om hem aan hen uit te leveren, zonder dat er volk bij was.
47 Hij was nog niet uitgesproken toen er een groep mannen aankwam; Judas, een van de twaalf, liep voor hen uit. Hij kwam op Jezus toe om hem te kussen. 48 En Jezus zei tegen hem: ‘Judas, lever je deMensenzoon uit met een kus?’ 49 Toen zij die bij Jezus waren, begrepen wat er ging gebeuren, zeiden ze: ‘Heer, zullen we er met het zwaard op in slaan?’ 50 En een van hen trof de dienaar van dehogepriester en sloeg hem het rechteroor af. 51 ‘Houd daarmee op!’ zei Jezus. Hij raakte het oor van de man aan en genas hem. 52 Daarop richtte Jezus zich tot de opperpriesters, de tempelwacht en deoudsten, die hem gevangen kwamen nemen, en zei tegen hen: ‘Ben ik soms een misdadiger dat u metzwaarden en stokken eropuit bent getrokken? 53 Dagelijks zat ik bij u in de tempel en toen hebt u geen vinger naar mij uitgestoken. Maar dit is uw uur, het uur van de macht van de duisternis.’
Jezus voor de raad van oudsten
54 Ze namen hem gevangen en voerden hem weg. Ze brachten hem naar het huis van de hogepriester.Petrus volgde op ruime afstand.
Het besluit om Jezus gevangen te nemen
21 De feesttijd naderde waarin de Joden ongegist brood eten en die Pasen wordt genoemd. 2 De opperpriesters en de schriftgeleerden zochten nog steeds naar een mogelijkheid om Jezus te doden; want ze waren bang voor het volk. 3 Toen nam Satan bezit van Judas, die ook Iskariot wordt genoemd, en die behoorde tot de groep van twaalf. 4 Hij ging naar de opperpriesters en de tempelwacht en besprak met hen hoe hij Jezus aan hen wilde uitleveren. 5 Zij waren er verheugd over en kwamen overeen hem ervoor te betalen. 6Hij stemde daarmee in en begon uit te zien naar een gunstige gelegenheid om hem aan hen uit te leveren, zonder dat er volk bij was.
47 Hij was nog niet uitgesproken toen er een groep mannen aankwam; Judas, een van de twaalf, liep voor hen uit. Hij kwam op Jezus toe om hem te kussen. 48 En Jezus zei tegen hem: ‘Judas, lever je deMensenzoon uit met een kus?’ 49 Toen zij die bij Jezus waren, begrepen wat er ging gebeuren, zeiden ze: ‘Heer, zullen we er met het zwaard op in slaan?’ 50 En een van hen trof de dienaar van dehogepriester en sloeg hem het rechteroor af. 51 ‘Houd daarmee op!’ zei Jezus. Hij raakte het oor van de man aan en genas hem. 52 Daarop richtte Jezus zich tot de opperpriesters, de tempelwacht en deoudsten, die hem gevangen kwamen nemen, en zei tegen hen: ‘Ben ik soms een misdadiger dat u metzwaarden en stokken eropuit bent getrokken? 53 Dagelijks zat ik bij u in de tempel en toen hebt u geen vinger naar mij uitgestoken. Maar dit is uw uur, het uur van de macht van de duisternis.’
Jezus voor de raad van oudsten
54 Ze namen hem gevangen en voerden hem weg. Ze brachten hem naar het huis van de hogepriester.Petrus volgde op ruime afstand.
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996