vrijdag * geloofsgetuigen
Amos... misschien weet je dat hij een boer is, het is maar een relatief klein bijbelboekje. Hij was inderdaad boer; schapenfokker en ook nog vijgenteler. Maar hij was ook profeet, hij had visioenen die hij opgeschreven heeft. God sprak tegen hem en wat Hij zei was niet veel hoopvols. Zoals in zoveel boeken in het oude testament wordt er onheil aangekondigd, veroordeling. Niet alleen voor de volken om Israël heen (Edom, Moab, Ammonieten enz), maar ook voor Israël zelf. Het gebrek aan recht en gerechtigheid wordt veroordeeld door God. Jullie brengen wel offers, jullie zingen wel voor mij, maar.... Bedenk eens of je zelf God "offers brengt" en toezingt terwijl er dingen op rechtvaardigheidsgebied goed mis zitten. Wat zou je daar aan kunnen veranderen?
AMOS 5
22 Zeker, jullie brengen mij brand- en meeloffers, maar ik stel geen prijs op zulke gaven;
jullie brengen mij mestkalveren voor het offermaal, maar dat kan ik niet aanzien.
23 Houd op met dat gebral van je liederen, dat getokkel op je harpen wil ik niet meer horen.
24 Zorg liever dat het recht zijn loop heeft en dat gerechtigheid een bedding vindt als een nooit opdrogende beek.
Het mooie is dat na al de veroordeling en ellende, het boek eindigt met het vooruitzicht van het herstel van Israël. Er komt een tijd dat het voorspoedig zal gaan. En waarschijnlijk is dat nu nog steeds niet, maar God heeft een mooie belofte voor zijn volk.
AMOS 9
13 De Heer kondigt aan: ‘De tijd komt dat het ploegen meteen zal volgen op het oogsten, dat de zaaitijd aansluit op de wijnoogst;
de bergen zullen druipen van het druivenvocht, het stroomt over alle heuvels.
14 Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk Israël. Ze zullen de verwoeste steden opbouwen en zich er weer vestigen;
ze zullen wijngaarden planten en er de wijn van drinken; tuinen zullen ze aanleggen en er de vruchten van eten.
15 Ik zal hen weer naar hun eigen land brengen, hen planten in hun eigen grond;
nooit meer worden ze weggerukt uit het land dat ik hun heb gegeven.
Ik, de Heer, uw God, kondig dit aan.’
AMOS 5
22 Zeker, jullie brengen mij brand- en meeloffers, maar ik stel geen prijs op zulke gaven;
jullie brengen mij mestkalveren voor het offermaal, maar dat kan ik niet aanzien.
23 Houd op met dat gebral van je liederen, dat getokkel op je harpen wil ik niet meer horen.
24 Zorg liever dat het recht zijn loop heeft en dat gerechtigheid een bedding vindt als een nooit opdrogende beek.
Het mooie is dat na al de veroordeling en ellende, het boek eindigt met het vooruitzicht van het herstel van Israël. Er komt een tijd dat het voorspoedig zal gaan. En waarschijnlijk is dat nu nog steeds niet, maar God heeft een mooie belofte voor zijn volk.
AMOS 9
13 De Heer kondigt aan: ‘De tijd komt dat het ploegen meteen zal volgen op het oogsten, dat de zaaitijd aansluit op de wijnoogst;
de bergen zullen druipen van het druivenvocht, het stroomt over alle heuvels.
14 Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk Israël. Ze zullen de verwoeste steden opbouwen en zich er weer vestigen;
ze zullen wijngaarden planten en er de wijn van drinken; tuinen zullen ze aanleggen en er de vruchten van eten.
15 Ik zal hen weer naar hun eigen land brengen, hen planten in hun eigen grond;
nooit meer worden ze weggerukt uit het land dat ik hun heb gegeven.
Ik, de Heer, uw God, kondig dit aan.’
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996