DONDERDAG * ALPHA, WHAT´S NEXT, PSALM
Schuld zet je gevangen, het zet je vast. Onderstaande psalm spreekt wel voor zich verder.
PSALM 32 GNB
God vergeeft wie schuld bekent 1 Een lied uit de bundel van David. Gelukkig ben je als God je vergeeft en vergeet wat je misdaan hebt. 2 Gelukkig ben je als de Heer je niets ten laste legt en je vrijuit kunt spreken. 3 Eerst verzweeg ik mijn zonden, ik bezweek eronder, ik kon de hele dag wel schreeuwen. 4 Heer, dag en nacht zette u mij onder druk, ik voelde me lusteloos als in de hitte van de zomer. 5 Toen kwam ik openlijk uit voor wat ik misdaan had, ik hield het niet langer verborgen; u, Heer, heb ik mijn schuld bekend en u hebt al mijn zonden vergeven. 6 Wie u zijn toegedaan, moeten zich tot u wenden, nu u nog te vinden bent. Dreigen rampen hen te overspoelen, zij blijven gespaard. 7 U bent mijn toevlucht, u bevrijdt me: ik kan wel juichen van vreugde. 8 ‘Ik, de Heer, zal je de weg wijzen die je moet gaan, je raad geven en je niet uit het oog verliezen. 9 Wees niet onhandelbaar als paarden of ezels; die blijven alleen in het gareel als je ze in toom houdt met bit en teugels.’ 10 Wie de Heer vijandig zijn hebben veel te verduren, maar wie op hem vertrouwen omringt hij met liefde. 11 Juich van vreugde om wat de Heer heeft gedaan. Wie oprecht is moet zich verheugen, ieder die hem is toegedaan. |
PSALM 32 HSV
Tweede boetpsalm 1 Een onderwijzing van David. Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. 2 Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. 3 Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. 4 Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Sela 5 Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. Sela 6 Daarom zal iedere heilige tot U bidden ten tijde dat U Zich laat vinden. Voorzeker, een overstroming van machtige wateren zal hem niet bereiken. 7 U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela 8 Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. 9 Wees niet als een paard, als een muildier, dat geen verstand heeft. Zijn bek houdt men in toom met bit en toom; dan kan hij u niet te na komen. 10 De goddeloze heeft veel smarten, maar wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid omringen. 11 Verblijd u in de HEERE en verheug u, rechtvaardigen, zing vrolijk, alle oprechten van hart! |
lezen in een andere vertaling? Klik hier en kies je vertaling
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.