vrijdag * geloofsgetuigen
Sara, het had je oma kunnen zijn. Ze was oud en verschrompeld en ze wist het. En dan... God belooft haar nageslacht, véél nageslacht. Ze moet er om lachen, hoe is dat nou mogelijk. Maar God doet grotere dingen dan wij kunnen bedenken. Kunnen wij leren om meer op God te vertrouwen en te bedenken dat dingen die onmogelijk lijken soms toch mogelijk zijn. (en misschien andersom dat dingen die mogelijk lijken soms gewoon onmogelijk zijn omdat ze misschien niet goed voor je zijn) Denk je in hoe het voor Sara was toen Abraham nageslacht verwekte bij iemand anders. Zou ze gedacht hebben "nou daar is het dan? Vond ze het moeilijk, was ze jaloers. Ik weet het niet, maar ik weet wel dat ze stammoeder (is dat een woord) werd van zoveel nageslacht dat ze daar nooit van had kunnen dromen.
GENESIS 18:10-15 + HEBREEËN 11:11-16 GNB
11 Door haar geloof heeft Sara, die onvruchtbaar was, de kracht gekregen om zwanger te worden, ondanks haar hoge leeftijd. Zij geloofde dat God zijn woord zou houden. 12 Daarom ook is één man, en nog wel iemand wiens levenskrachten waren uitgeblust, de vader van een nageslacht geworden dat zo talrijk is als de sterren aan de hemel en zo ontelbaar als de zandkorrels aan het strand van de zee. 13 In geloof zijn zij allen gestorven, zonder te krijgen wat God hun beloofd had. Maar uit de verte hebben ze het gezien en begroet. Ze zijn ervoor uitgekomen, dat ze op aarde vreemdelingen waren, tijdelijke bewoners. 14 Wie zo spreken, geven duidelijk te kennen, dat ze op zoek zijn naar een vaderland. 15 Als zij heimwee gekregen hadden naar het land dat ze verlaten hadden, hadden ze gemakkelijk kunnen terugkeren. 16 Maar ze verlangden naar een beter vaderland, het hemelse. Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden; voor hen heeft hij immers een stad gebouwd. 10 Toen zei een van hen: ‘Volgend jaar kom ik bij u terug; dan zal uw vrouw Sara een zoon hebben.’ Omdat de man voor de ingang van de tent stond, hoorde Sara wat hij zei. 11 Abraham en Sara waren allebei erg oud. Sara werd allang niet meer ongesteld. 12 Daarom moest ze in zichzelf lachen, ze dacht: ‘Gemeenschap? Is het mogelijk dat ik op mijn leeftijd daarvan zal genieten? Ik ben afgeleefd en ook mijn man is oud .´ 13 Maar de Heer zei tegen Abraham: ‘Waarom lacht Sara? Waarom twijfelt ze eraan of ze op haar oude dag nog een kind kan krijgen? 14 Zou voor mij iets onmogelijk zijn? Volgend jaar, om deze tijd, zal ik bij u terugkomen en dan heeft Sara een zoon.’ 15 Sara was bang en ontkende: ‘Ik heb niet gelachen,’ maar hij zei: ‘Je hebt wel gelachen!’ |
GENESIS 18:10-15 + HEBREEËN 11:11-16 HSV
11 Door het geloof heeft ook Sara zelf kracht ontvangen om zwanger te worden en een kind te baren, ondanks haar hoge ouderdom, omdat zij Hem getrouw heeft geacht Die het beloofd had. 12 Daarom zijn er zelfs uit één man en dat uit iemand wiens kracht al gestorven was, zovelen geboren als de sterren van de hemel in menigte en als het zand op het strand van de zee, dat niet te tellen is. 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven. Zij hebben de vervulling van de beloften niet verkregen, maar hebben die vanuit de verte gezien en geloofd en begroet, en zij hebben beleden dat zij vreemdelingen en bijwoners op de aarde waren. 14 Want wie zulke dingen zeggen, laten duidelijk blijken dat zij een vaderland zoeken. 15 En als zij aan het vaderland gedacht hadden van waaruit zij weggegaan waren, zouden zij gelegenheid gehad hebben om terug te keren. 16 Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt. 10 En Hij zei: Ik zal over een jaar zeker bij u terugkomen; en zie, dan zal Sara, uw vrouw, een zoon hebben! Sara hoorde dat bij de ingang van de tent, die achter Hem was.11 Nu waren Abraham en Sara oud en op dagen gekomen; het ging Sara niet meer naar de wijze van de vrouwen. 12 Daarom lachte Sara in zichzelf: Zal ik nog liefdesgenot hebben, nu ik oud geworden ben en ook mijn heer oud is? 13 En de HEERE zei tegen Abraham: Waarom heeft Sara toch gelachen en gezegd: Zou ik ook werkelijk baren, nu ik oud geworden ben? 14 Zou er iets voor de HEERE te wonderlijk zijn? Op de vastgestelde tijd, over een jaar, zal Ik bij u terugkomen, en Sara zal een zoon hebben! 15 Maar Sara ontkende het en zei: Ik heb niet gelachen; want zij was bevreesd. Maar Hij zei: Nee, u hebt wél gelachen. |
lezen in een andere vertaling? Klik hier en kies je vertaling
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.