vrijdag * geloofsgetuigen
In het verhaal van Rachab lezen
we dat God Rachab gebruikt om zijn plan tot uitwerking te brengen. Rachab was
geen ‘heilig boontje’ geen ‘super christen’. Maar God gebruikte haar. God is niet opzoek naar mensen die foutloos
leven maar hij is opzoek naar mensen die met hem willen leven. God is opzoek
naar jou. God wil jou gebruiken ondanks
je tekortkomingen, want Hij houdt van je.
GENESIS 11:31 + JOZUA 2:1-7 GNB
31 Door haar geloof is de hoer Rachab ontkomen aan het lot van hen die God ongehoorzaam waren, omdat ze de spionnen vriendelijk ontvangen had. 1 Vanuit Sittim stuurde Jozua in het geheim twee verkenners naar Kanaän. Zij moesten vooral de situatie in Jericho opnemen. Toen ze in de stad gekomen waren, gingen ze naar het huis van een hoer die Rachab heette en brachten daar de nacht door. 2 Maar de koning van Jericho werd gewaarschuwd: ‘Er zijn vanavond mannen gekomen, Israëlieten, om het land te verkennen.’ 3 Daarop liet de koning aan Rachab zeggen: ‘Lever die mannen uit die bij je binnengegaan zijn. Ze zijn hier gekomen om het hele land te verkennen!’ 4 Maar de vrouw verborg de beide mannen en antwoordde: ‘Ja, er zijn hier een paar mannen geweest, maar waar ze vandaan kwamen, ik weet het werkelijk niet. 5 Toen het donker werd zijn ze vertrokken, nog voor de poort gesloten werd. Ik weet niet welke kant ze zijn opgegaan. Als jullie hen snel achternagaan, kun je hen nog inhalen.’ 6 Ze had de mannen naar het platte dak gebracht en hen verborgen tussen de vlasstengels die ze daar te drogen had gelegd. 7 De mannen van de koning verlieten de stad en onmiddellijk daarna werd de poort gesloten. Ze zochten de verkenners in de richting van de Jordaan tot aan de doorwaadbare plaatsen. |
GENESIS 11:31 + JOZUA 2:1-7 HSV
31 Door het geloof is Rachab, de hoer, niet omgekomen met de ongehoorzamen, omdat zij de verkenners met vrede had ontvangen. 1 Daarna stuurde Jozua, de zoon van Nun, er vanuit Sittim in het geheim twee mannen als verkenners op uit, en zei: Gaop weg, bekijk het land en Jericho. Zij gingen en kwamen in het huis van een vrouw, een hoer, van wie de naam Rachab was, en zij sliepen daar. 2 Toen werd tegen de koning van Jericho gezegd: Zie, er zijn hier deze nacht mannen gekomen van de Israëlieten om het land te verkennen. 3 Daarop stuurde de koning van Jericho boden naar Rachab om te zeggen: Breng de mannen naar buiten die naar u toe gekomen zijn en die uw huis zijn binnengegaan, want zij zijn gekomen om het hele land te verkennen. 4 Maar de vrouw had die beide mannen ontvangen en zij had hen verborgen. Zij zei: Inderdaad zijn er mannen naar mij toe gekomen, maar ik wist niet waar zij vandaan kwamen. 5 En het gebeurde bij het sluiten van de poort, toen het donker was, dat die mannen naar buiten gingen. Ik weet niet waar die mannen heen gegaan zijn. Achtervolg hen snel, u zult hen zeker inhalen. 6 Maar zij had hen op het dak laten klimmen en hen verborgen onder de vlasstengels, die door haar op het dak uitgespreid waren. 7 De mannen achtervolgden hen op de weg naar de Jordaan, tot aan de doorwaadbare plaatsen. En men sloot de poort, nadat hun achtervolgers er waren uitgegaan. |
lezen in een andere vertaling? Klik hier en kies je vertaling
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996
en de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.