vrijdag * geloofsgetuigen
Goede avond!
Het is vrijdag en dus, voorlopig elke vrijdag, i.p.v. "getuigen gevolgd" (n.a.v. de Hebreënbrief) nu "Profeten gevolgd", omdat we denken dat er meer "goede voorbeelden" te vinden zijn in de bijbel. Vandaag is Natan aan de beurt en er valt niet heel veel over hem te lezen (zoals bijvoorbeeld wel over de "grote" profeten, maar wat er staat is wel interessant. Hij diende in de tijd dat David koning was. En, zoals wel vaker gebeurde moest hij hem ook wel eens slecht nieuws brengen.
De eerste keer was David van plan een tempel voor God te bouwen, maar God vond dat David teveel bloed had vergoten en dus moest Natan hem vertellen dat hij de tempel niet mocht bouwen. Hij mocht toen wel ook goed nieuws brengen, namelijk dat Davids´ zoon Salomo de tempel mocht bouwen én, dat het koningschap in Davids lijn zou blijven.
2 SAMUEL 7 1 Toen de koning zijn intrek had genomen in het paleis en de HEER hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen, 2 zei de koning tegen de profeet Natan: ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van cederhout, terwijl de ark van God in een tent staat.’ 3 ‘Doe wat uw hart u ingeeft,’ antwoordde Natan, ‘de HEER staat u immers terzijde.’ 4 Maar diezelfde nacht richtte de HEER zich tot Natan: 5 ‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: ...12 Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. 13 Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. 14 Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon: als hij zondigt, zal ik hem kastijden met stok- en zweepslagen, zoals een vader doet, 15 maar hij zal nooit bij mij uit de gunst raken zoals Saul, die ik verstootte omwille van jou. 16 Jou stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’
Een ander, en misschien nog wel bekender optreden van Natan lees je hieronder. Natan moet David, de grote koning, berispen voor iets fouts wat hij gedaan heeft. Dat vraagt best moed, om gewoon al op iemand af te stappen en te zeggen dat die persoon verkeerd doet, laat staan op zo´n belangrijk persoon. Ik denk dat wij hier ook wel wat uit kunnen leren. Niet om vervelende "heilige boontjes" te zijn, maar wel om onrecht niet ongestraft te laten gebeuren. Niet dat wij er wraak voor moeten nemen, maar wij kunnen de ander, in liefde, vertellen wat er fout gaat, de ogen openen. Je ziet dat David er "echt" spijt van heeft en rouwt en tot God bidt om vergeving. Ergens heeft David een zoon vernoemd naar Natan, (waarschijnlijk hiervoor nog) dus uiteindelijk zal hij zijn goede raad en Gods woorden die hij doorgeeft gewaardeerd hebben.
2 SAMUEL 12 1 Hij stuurde de profeet Natan naar David toe om hem het volgende te vertellen: ‘Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad, een rijke en een arme. 2 De rijke man had heel veel geiten, schapen en runderen, 3 de arme man had niet meer dan één lammetje kunnen kopen. Hij koesterde het en het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen. Het at van zijn brood en dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot; hij had het lief als een dochter. 4 Op zekere dag kreeg de rijke man een gast op bezoek. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om de reiziger een van zijn eigen geiten, schapen of runderen voor te zetten. Daarom nam hij het lammetje van de arme man en zette dat zijn gast voor.’ 5 David ontstak in woede over de rijke man en zei tegen Natan: ‘Zo waar de HEER leeft, de man die zoiets doet verdient de dood. 6 Viervoudig moet hij het lam vergoeden, omdat hij zich zo harteloos heeft gedragen.’ 7 Toen zei Natan: ‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van Saul. 8 Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb ik jou in de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb ik aan jou overgedragen. Als dat je te weinig is, zal ik er nog het een en ander aan toevoegen. 9 Waarom heb je dan mijn geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in mijn ogen? De Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden. 10 Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen. 11 Dit zegt de HEER: Je eigen familie zal een bron van ellende voor je worden. Je zult moeten aanzien dat ik je vrouwen aan een ander geef, aan iemand van je eigen familie. Die zal met je vrouwen slapen op klaarlichte dag. 12 Jij hebt in het diepste geheim gehandeld, maar ik zal dit laten gebeuren ten overstaan van heel Israël en in het volle daglicht.’ 13 David antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER.’ Toen zei Natan: ‘De HEER vergeeft u die zonde, u zult niet sterven. 14 Maar omdat u de vijanden van de HEER aanleiding hebt gegeven tot laster, moet wel uw pasgeboren zoon sterven.’ 15 Daarop ging Natan naar huis. De HEER trof het kind dat de vrouw van Uria David gebaard had, met een dodelijke ziekte.
Fijne avond allemaal en tot morgen!
MATTEUS 59 Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Het is vrijdag en dus, voorlopig elke vrijdag, i.p.v. "getuigen gevolgd" (n.a.v. de Hebreënbrief) nu "Profeten gevolgd", omdat we denken dat er meer "goede voorbeelden" te vinden zijn in de bijbel. Vandaag is Natan aan de beurt en er valt niet heel veel over hem te lezen (zoals bijvoorbeeld wel over de "grote" profeten, maar wat er staat is wel interessant. Hij diende in de tijd dat David koning was. En, zoals wel vaker gebeurde moest hij hem ook wel eens slecht nieuws brengen.
De eerste keer was David van plan een tempel voor God te bouwen, maar God vond dat David teveel bloed had vergoten en dus moest Natan hem vertellen dat hij de tempel niet mocht bouwen. Hij mocht toen wel ook goed nieuws brengen, namelijk dat Davids´ zoon Salomo de tempel mocht bouwen én, dat het koningschap in Davids lijn zou blijven.
2 SAMUEL 7 1 Toen de koning zijn intrek had genomen in het paleis en de HEER hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen, 2 zei de koning tegen de profeet Natan: ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van cederhout, terwijl de ark van God in een tent staat.’ 3 ‘Doe wat uw hart u ingeeft,’ antwoordde Natan, ‘de HEER staat u immers terzijde.’ 4 Maar diezelfde nacht richtte de HEER zich tot Natan: 5 ‘Zeg tegen mijn dienaar, tegen David: ...12 Wanneer je leven voorbij is en je bij je voorouders te ruste gaat, zal ik je laten opvolgen door je eigen zoon en hem een bestendig koningschap schenken. 13 Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en ik zal ervoor zorgen dat zijn troon nooit wankelt. 14 Ik zal een vader voor hem zijn en hij voor mij een zoon: als hij zondigt, zal ik hem kastijden met stok- en zweepslagen, zoals een vader doet, 15 maar hij zal nooit bij mij uit de gunst raken zoals Saul, die ik verstootte omwille van jou. 16 Jou stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen.”’
Een ander, en misschien nog wel bekender optreden van Natan lees je hieronder. Natan moet David, de grote koning, berispen voor iets fouts wat hij gedaan heeft. Dat vraagt best moed, om gewoon al op iemand af te stappen en te zeggen dat die persoon verkeerd doet, laat staan op zo´n belangrijk persoon. Ik denk dat wij hier ook wel wat uit kunnen leren. Niet om vervelende "heilige boontjes" te zijn, maar wel om onrecht niet ongestraft te laten gebeuren. Niet dat wij er wraak voor moeten nemen, maar wij kunnen de ander, in liefde, vertellen wat er fout gaat, de ogen openen. Je ziet dat David er "echt" spijt van heeft en rouwt en tot God bidt om vergeving. Ergens heeft David een zoon vernoemd naar Natan, (waarschijnlijk hiervoor nog) dus uiteindelijk zal hij zijn goede raad en Gods woorden die hij doorgeeft gewaardeerd hebben.
2 SAMUEL 12 1 Hij stuurde de profeet Natan naar David toe om hem het volgende te vertellen: ‘Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad, een rijke en een arme. 2 De rijke man had heel veel geiten, schapen en runderen, 3 de arme man had niet meer dan één lammetje kunnen kopen. Hij koesterde het en het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen. Het at van zijn brood en dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot; hij had het lief als een dochter. 4 Op zekere dag kreeg de rijke man een gast op bezoek. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om de reiziger een van zijn eigen geiten, schapen of runderen voor te zetten. Daarom nam hij het lammetje van de arme man en zette dat zijn gast voor.’ 5 David ontstak in woede over de rijke man en zei tegen Natan: ‘Zo waar de HEER leeft, de man die zoiets doet verdient de dood. 6 Viervoudig moet hij het lam vergoeden, omdat hij zich zo harteloos heeft gedragen.’ 7 Toen zei Natan: ‘Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van Saul. 8 Have en goed van je heer, en de vrouwen van je heer erbij, heb ik jou in de schoot geworpen; de heerschappij over Israël en Juda heb ik aan jou overgedragen. Als dat je te weinig is, zal ik er nog het een en ander aan toevoegen. 9 Waarom heb je dan mijn geboden met voeten getreden door iets te doen dat slecht is in mijn ogen? De Hethiet Uria is door jouw toedoen gedood. Je hebt hem zijn vrouw afgenomen en hem in de strijd tegen de Ammonieten laten vermoorden. 10 Welnu, voortaan zullen moord en doodslag in je koningshuis om zich heen grijpen, omdat je mij hebt getrotseerd en de vrouw van Uria tot vrouw hebt genomen. 11 Dit zegt de HEER: Je eigen familie zal een bron van ellende voor je worden. Je zult moeten aanzien dat ik je vrouwen aan een ander geef, aan iemand van je eigen familie. Die zal met je vrouwen slapen op klaarlichte dag. 12 Jij hebt in het diepste geheim gehandeld, maar ik zal dit laten gebeuren ten overstaan van heel Israël en in het volle daglicht.’ 13 David antwoordde Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen de HEER.’ Toen zei Natan: ‘De HEER vergeeft u die zonde, u zult niet sterven. 14 Maar omdat u de vijanden van de HEER aanleiding hebt gegeven tot laster, moet wel uw pasgeboren zoon sterven.’ 15 Daarop ging Natan naar huis. De HEER trof het kind dat de vrouw van Uria David gebaard had, met een dodelijke ziekte.
Fijne avond allemaal en tot morgen!
MATTEUS 59 Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
- De bijbelteksten in deze uitgave is ontleend aan
de Groot Nieuws Bijbel (herziene editie), © Nederlands Bijbelgenootschap & Katholieke Bijbelstichting 1996